Amerikaanse munten met tekst Liberty en In God We Trust, symbolisch voor schuldeninvordering

De wet van 3 mei 2023 (BS 23 mei 2023) voegt een nieuw boek XIX “schulden van de consument” toe aan het Wetboek Economisch Recht (WER). Dit nieuwe boekdeel behandelt de procedures voor het minnelijk innen van schulden die ontstaan zijn door betalingsachterstanden bij consumenten. Hieronder de belangrijkste implicaties voor uw KMO.

Consument als zwakke partij

Het consumentenrecht is relevant voor interacties tussen ondernemingen en consumenten. Dit specifieke recht dient ter bescherming van de consument , die verondersteld wordt zich in een zwakkere positie te bevinden ten opzichte van de onderneming die goederen en diensten aanbiedt die de consument wenst of nodig heeft. Het doel van dit recht is om de balans te herstellen in de B2C-relatie (van onderneming naar consument) en om consumenten rechten toe te kennen die de beginselen van contractuele vrijheid en de bindende kracht van overeenkomsten inperken.

Een consument is iedere natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit vallen (art.I.1,2° WER).

Het nieuwe boek XIX WER beoogt de consument een hoger niveau van bescherming te bieden wanneer deze geconfronteerd wordt met betalingsachterstanden. Als de consument in gebreke blijft met het betalen van een schuld, is het onbetwistbaar dat dit schade toebrengt aan het bedrijf dat de schuld opeist, en deze schade moet vergoed worden.

Aldus de memorie van toelichting is het doel van dit nieuwe boek geenszins, om het recht van bedrijven op redelijke schadevergoeding te beperken of te verbieden. Het beoogt eerder een beter kader te bieden voor het minnelijk innen van schulden , misbruik te voorkomen en daardoor de consument beter te beschermen. Zo worden in de praktijk vaak onevenredige boetes toegepast wanneer consumenten niet op tijd betalen. Deze boetes resulteren in hoge rentekosten en vergoedingen die niet in verhouding staan tot de werkelijke schade voor het bedrijf. Deze opeenstapeling van straffen leidt tot aanzienlijke verhoging van de oorspronkelijke schuld, wat bijdraagt aan de opwaartse spiraal van schuldenlast bij bepaalde consumenten. Bovendien worden strenge sancties vaak snel opgelegd zodra de uiterste betaaldatum van de factuur is verstreken.

Voorafgaande en kosteloze ingebrekestelling

Een onderneming kan tegenover een consument alleen aanspraak maken op vertragingsrente en/of een schadeclausule als het voorafgaand een kosteloze ingebrekestelling - die de vorm aanneemt van een eerste herinnering - heeft verzonden met specifieke vermeldingen en daarna een wachttijd van minimaal veertien kalenderdagen ingaande op de derde dag na verzending van de herinnering aan de consument heeft laten verstrijken. Indien de herinnering langs elektronische weg wordt verzonden, vangt de termijn van 14 kalenderdagen aan op de kalenderdag die volgt op de dag waarop de herinnering wordt verzonden naar de consument.

De eerste herinnering omvat minstens de volgende gegevens:

Bepalingen die de onderneming vrijstelt van deze vormvoorwaarden, is verboden en wordt als nietig beschouwd.

Om een leverancier niet te verplichten maandelijks een gratis herinnering te moeten sturen als hij met een klant te maken krijgt dat systematisch te laat betaalt, wordt er voorzien, in het geval van overeenkomsten betreffende regelmatige levering van goederen of diensten (bv. uw elektriciteitsleverancier), dat alleen de herinneringen bij niet-betaling van drie vervaldata gedurende een jaar gratis zijn.

De kosten voor bijkomende herinneringen mogen niet hoger liggen dan 7,50 euro, vermeerderd met de op het ogenblik van de verzending geldende portokosten.

Maximale interestvoet en schadevergoeding

De rentevoet dient binnen de limieten van die van de wet van 2 augustus 2002 (Wet betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties) te blijven (die voor het tweede semester van 2023 op 12 % is vastgesteld). Nieuw is dat een vastgelegd schadebeding onderworpen wordt aan een wettelijk maximaal plafond, afhankelijk van het uitstaande saldo:

Schadebedingen die bedragen bevatten die niet overeenkomen met de bovengenoemde limieten, zijn verboden en worden als ongeldig beschouwd.

Versoepeling voor een KMO

Indien een consument zijn financiële verplichting niet voldoet binnen de termijn van veertien dagen zoals hierboven uiteengezet en wanneer een schadebeding bepaalt dat er een verwijlinterest van toepassing is binnen de wettelijke limieten, kan de onderneming die een KMO is, beslissen om de nalatigheidsinteresten te laten lopen vanaf de kalenderdag die volgt op de dag waarop de herinnering aan de consument wordt verstuurd.

Een kmo is elke onderneming die, op het moment van de toepassing van dit artikel, voldoet aan de criteria vastgelegd in artikel 1:24, § 1, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.

Strafrechtelijke boetes

Het is essentieel voor een onderneming om goed geïnformeerd te zijn over de mogelijke strafrechtelijke consequenties die kunnen volgen wanneer zij de wettelijke voorschriften niet naleven. Er kunnen boetes worden opgelegd voor diverse overtredingen , waaronder:

De omvang van de opgelegde boetes kan variëren. In het geval van deze specifieke inbreuken geldt een categorie 2 sanctie, waarbij de boete kan variëren van €26 tot €10.000, of tot 4% van de totale jaaromzet in het meest recent afgesloten boekjaar (merk op: dit bedrag wordt vermenigvuldigd met opdeciemen).

Terugbetaling van betaalde bedragen aan de consument

Indien de consument tijdens de minnelijke schuldinvordering sommen ten onrechte heeft betaald in strijd met de bepalingen van de wettekst, dan gaat het burgerrechtelijk om een onverschuldigde betaling te kwader trouw verkregen . De rechter kan bevelen dat diegene die deze betaling heeft ontvangen, er dan ook toe gehouden het ontvangen bedrag terug te betalen en dat de consument beschouwd wordt een geldige betaling te hebben verricht aan de schuldeiser. Met andere woorden kan een consument die uw factuur betaalt terwijl uw voorwaarden niet zijn aangepast aan de nieuwe regelgeving, van uw onderneming een terugbetaling eisen.

Inwerkingtreding

De nieuwe regeling is van toepassing op contracten gesloten vanaf 1 september 2023 . Voor reeds bestaande contracten is er een overgangsregeling die loopt tot 1 december . Deze twee data zijn dan ook belangrijke deadlines waartegen ondernemingen de contractsvoorwaarden en algemene voorwaarden van hun klanten-consumenten moeten aanpassen aan de nieuwe regelgeving. De wet van 20 december 2002 betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument wordt opgeheven.

DISCLAIMER: Dit artikel werd gepubliceerd/voor het laatst gewijzigd op 25-08-2023 en werd opgesteld conform de op dat moment geldende wetgeving, rechtspraak, rechtsleer en interpretaties. Sinds voormelde datum kunnen er zich wijzigingen voordoen waardoor dit artikel verouderde informatie kan bevatten.

Deel dit artikel

Vond je dit artikel nuttig? Deel het met anderen die er baat bij kunnen hebben.

Heb je een vraag?

Blijf je met vragen zitten na het lezen van dit artikel? Geen probleem! Ons team van experts staat klaar om je te helpen met persoonlijk advies.

Stel je vraag

Klaar om er in te vliegen?

Certifisc voor bedrijven en ondernemers

Van startup tot vennootschapsgroep: wij houden je cijfers scherp, jij je focus.