
Naast heel wat inhoudelijke wijzigingen en nieuwe regels voor vennootschappen, bracht het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (hierna afgekort tot WVV) ook een aantal veranderingen teweeg voor de bestuurders van deze ondernemingen. In eerdere blogposts kon u al lezen wat de impact van het WVV was op het sociaal statuut van bestuurders, alsook op hun aansprakelijkheid. In deze blogpost worden nog een aantal andere gevolgen toegelicht:
Bestuurders worden beschouwd als personeel
Heel wat vennootschapsrechtelijke bepalingen worden van toepassing op bestuurders nu deze beschouwd worden als personeelsleden. Het gaat vooral over verrichtingen met aandelen (kapitaalverhoging, inkoop van eigen aandelen, toekennen van inschrijvingsrechten enz.) waarbij een bijzondere procedure geldt afhankelijk van voor wie de verrichting is (personeel of niet).
Onderstaande personen worden onder de noemer personeel gerekend:
Bovenstaande definitie van personeel is enkel op BV’s, CV’s en NV’s van toepassing, respectievelijk boeken 5, 6 en 7 in het WVV. Het aantal personeelsleden is een van de bepalende factoren voor de grootte van een vennootschap (micro, klein of groot), maar deze bepaling staat in boek 1 van het WVV en hier gaat het uitdrukkelijk over het aantal personeelsleden zoals opgenomen in de DIMONA-aangifte voor werknemers.
Zoals eerder al uitgebreid beschreven werd in onze blogpost van 14 november 2019, blijft de bestuurder wel onderworpen aan het sociaal statuut van zelfstandige . Het is echter wel mogelijk om met die bestuurder ook een arbeidsovereenkomst te sluiten, tenminste als deze arbeidsovereenkomst op zich niets te maken heeft met het bestuurdersmandaat. Wat dit bestuursmandaat betreft, valt de bestuurder nog steeds onder het zelfstandigenstatuut, in hoofd- of bijberoep.
Nieuwe regeling met betrekking tot belangenconflicten
Terwijl het oude vennootschapswetboek nog toeliet aan bestuurders om deel te nemen aan de beraadslaging en stemming over verrichtingen waar er sprake is van belangenvermenging, geldt er nu de onthoudingsplicht voor bestuurders van BV’s, CV’s en NV’s.
Wanneer er een potentieel belangenconflict is voor alle bestuurders, moet de verrichting voorgelegd worden aan de algemene vergadering . Pas na goedkeuring van de algemene vergadering kan het bestuursorgaan de beslissing of verrichting uitvoeren. De beslissing ligt ook bij de algemene vergadering als er maar één bestuurder is. Indien de enige bestuurder ook de enige aandeelhouder is, krijgt hij deze verantwoordelijkheid.
Wanneer een belangenconflict zich voordoet, moet dit nog steeds gepubliceerd en beschreven worden in de notulen van de betrokken vergadering. Deze notulen dienen in hun geheel opgenomen te worden in het jaarverslag of in een stuk dat neergelegd wordt met de jaarrekening. Een bijzonder verslag dat de overeenkomst gesloten tussen de bestuurder en de vennootschap bevat is vereist wanneer de enige bestuurder ook de enige aandeelhouder is. Dit bijzonder verslag moet dan bij de jaarrekening gevoegd worden.
Bij het niet naleven van deze nieuwe regeling, kan de vennootschap en elke belanghebbende de nietigheid van het besluit vorderen.
Ook de bestuurders van VZW’s en stichtingen zijn aan deze regeling onderworpen.
Vaste vertegenwoordiging van bestuurder-rechtspersoon
Wanneer een rechtspersoon de rol van bestuurder aanneemt, moet deze bestuurder-rechtspersoon door een vaste vertegenwoordiger gerepresenteerd worden. Voorheen moest deze vaste vertegenwoordiger professioneel verbonden zijn met de vennootschap: hij moest uit de aandeelhouders, bestuurders, leden van de raad van bestuur of medewerkers van de bestuurder-rechtspersoon gekozen worden. Het nieuwe WVV laat echter toe dat ook een derde partij kan optreden als vaste vertegenwoordiger. Een andere rechtspersoon aanstellen als vaste vertegenwoordiger is daarentegen niet langer mogelijk.
Bovendien kan er naast de vaste vertegenwoordiger ook een plaatsvervanger benoemd worden die de taken van de hoofdvertegenwoordiger waarneemt wanneer deze belemmerd is of wanneer er geen andere bestuurder is.
In het WVV werd ook een dubbel cumulatieverbod voor vaste vertegenwoordigers opgenomen. Het is niet langer mogelijk voor een natuurlijk persoon om tegelijkertijd als vaste vertegenwoordiger en als bestuurder in het bestuursorgaan te zetelen. Verder kan een natuurlijk persoon ook niet langer vaste vertegenwoordiger zijn van meerdere bestuurders-rechtspersonen binnen eenzelfde onderneming. Het is wel nog mogelijk om meerdere keren vaste vertegenwoordiger te zijn als het telkens andere ondernemingen betreft.
De regels met betrekking tot belangenconflicten voor bestuurders die hierboven toegelicht werden, gelden overigens ook wanneer er een belangenconflict zou zijn ten overstaan van de vaste vertegenwoordiger van de bestuurder-rechtspersoon.
DISCLAIMER: Dit artikel werd gepubliceerd/voor het laatst gewijzigd op 12-02-2021 en werd opgesteld conform de op dat moment geldende wetgeving, rechtspraak, rechtsleer en interpretaties. Sinds voormelde datum kunnen er zich wijzigingen voordoen waardoor dit artikel verouderde informatie kan bevatten.
Deel dit artikel
Vond je dit artikel nuttig? Deel het met anderen die er baat bij kunnen hebben.
Heb je een vraag?
Blijf je met vragen zitten na het lezen van dit artikel? Geen probleem! Ons team van experts staat klaar om je te helpen met persoonlijk advies.
Stel je vraag