• Investeert voortdurend in kennis
  • Pro-activiteit
  • Een persoonlijke service
  • Pragmatisch & Dynamisch
  • Uw boekhouding online

Interesse?

Contacteer ons vrijblijvend via onze contact- pagina of telefonisch via 055/30.14.41 

De btw-aangifte bij afronding op 5 eurocent

Gepost op 8 augustus 2016 in Fiscaliteit

Handelaars en dienstverleners mogen sinds 1 oktober 2014 de bedragen die ze aanrekenen aan hun klanten, afronden op 5 eurocent (het meest nabije veelvoud van 5 cent). Deze afrondingen hebben echter ook hun gevolgen op fiscaal vlak. Hoe moet de btw op de afronding immers worden bepaald? En wat zijn de gevolgen voor uw btw-aangifte?

Ter herinnering: hoe en wanneer mag u afronden?

Wil een ondernemer (handelaar, vrije beroeper) de afronding toepassen, dan moet hij dat op een duidelijk zichtbare manier aan de consument melden, door bijvoorbeeld het uithangen van een pictogram dat hiervoor speciaal werd ontworpen.

Bovendien moet - eens gekozen voor deze mogelijkheid - elke betaling worden afgerond: voor alle klanten en voor elke vorm van betaling (zowel met bankkaart of visa als met contant).

De afronding mag uitsluitend worden toegepast als de betaling gebeurt in de fysieke aanwezigheid van de consument. Op het kasticket moeten het te betalen totaalbedrag en de gebruikte afronding worden vermeld.

Tot slot is het vrij logisch dat een afronding maar mogelijk is als het totaalbedrag van de betaling hoger is dan 5 eurocent.

De afrondingsregels gaan als volgt:

  • als het totaalbedrag eindigt op 1, 2, 6 of 7 cent gebeurt de afronding naar beneden: naar het lagere veelvoud van 5 cent;
  • als het totaalbedrag eindigt op 3, 4, 8 of 9 cent, gebeurt er een afronding naar boven: naar het hogere veelvoud van 5 cent.

Hoe zit het met de btw bij een afronding?

De ondernemer is verplicht om btw aan te rekenen op de prijs van de goederen en diensten die hij levert. Wordt door de toepassing van de afronding de prijs lager of hoger, dan moet de btw ook worden berekend op deze hogere of lagere afgeronde prijs. Dat is op zich niet onlogisch en ook niet zo moeilijk.

Het wordt lastiger als het totaal afgeronde bedrag betrekking heeft op goederen en diensten die vallen onder verschillende tarieven. In dat geval moet ook de afronding worden omgedeeld naar die tarieven. Als een ondernemer dat werkelijk zou moeten doen, voor het in feite erg kleine afrondingsbedrag van 2 cent, zou de administratieve last aanzienlijk worden. 

Om daaraan tegemoet te komen, werkte de administratie een alternatieve manier uit: men mag de btw berekenen op het totaal te betalen bedrag per tariefgroep vóór toepassing van de afronding. Ook in de periodieke btw-aangifte mag de ondernemer gewoon bedragen vóór afronding vermelden en bijgevolg de btw die is verschuldigd op het bedrag zonder afronding. Met andere woorden: de ondernemer hoeft geen rekening te houden met de afronding.

Wenst u meer informatie over dit onderwerp of over uw btw-aangifte, dan kunt u ons altijd vrijblijvend contacteren.

© CERTIFISC – Auteur: Jorn Peyskens

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief