Bedrijfsleider aan bureau met rekenmachine en documenten voor berekening vennootschapsverliezen

Als bedrijfsleider van een vennootschap kunt u verliezen van uw vennootschap fiscaal in aftrek nemen als beroepskosten. Hiertoe dienen wel een aantal voorwaarden in acht te worden genomen. Zo dient de tenlasteneming door de bedrijfsleider te geschieden middels de onherroepelijke en onvoorwaardelijke betaling van een som, dewelke door de vennootschap volledig wordt aangewend voor de aanzuivering van haar verliezen. Tenslotte geschiedt de tenlasteneming van het verlies ook met het oog op het behoud van beroepsinkomsten welke de bedrijfsleider periodiek uit de vennootschap verkrijgt.

Betaling van een som

De tenlasteneming dient te gebeuren middels een werkelijke betaling vanwege de bedrijfsleider in speciën (cash of overschrijving).

Uit eerdere rechtspraak kan worden afgeleid dat volgende handelingen niet in aanmerking komen als ''betaling van een som'':

Aanwending rekening-courant

De fiscale administratie is steevast van oordeel dat een openstaande vordering van een bedrijfsleider op een vennootschap (rekening-courant) die vervolgens wordt aangewend ter aanzuivering van een verlies van de vennootschap, geen onherroepelijke en onvoorwaardelijke betaling van een som is, doch louter een boekhoudkundige fictie. Het Hof van Cassatie volgt dit standpunt is in haar uitspraak van 30 november 2023. Zo oordeelt het Hof dat een tenlasteneming op onrechtstreekse wijze – een boeking op de debetzijde van de rekening-courant van de bedrijfsleider – niet voldoet aan de voorwaarde inzake ‘onherroepelijke en onvoorwaardelijke betaling van een som’ . In tweede instantie vroeg het Hof van Cassatie of dit standpunt niet in strijd is met het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel. Het Hof van Cassatie zag een mogelijke discriminatie tussen enerzijds een bedrijfsleider die vennootschapsverliezen aanzuivert middels de onherroepelijke afstand van een schuldvordering op de vennootschap d.m.v. de debitering van de rekening-courant én hierbij niet voldoet aan de aftrekvoorwaarden en anderzijds een bedrijfsleider die de gelden ter beschikking stelt aan de vennootschap, die wel voldoet aan de aftrekvoorwaarden.

Volgens het Grondwettelijk Hof (28 november 2024) is het niet discriminerend dat voor de aftrek als beroepskost van ten laste genomen vennootschapsverliezen vereist is dat de bedrijfsleider een betaling in speciën heeft verricht en bijgevolg een debitering van de rekening-courant niet volstaat.

Betaling is onherroepelijk en onvoorwaardelijk

De betaling moet een definitief karakter hebben. In die zin is een betaling onder beding van heropleving van een schuld bij betere omstandigheden niet ''onherroepelijk'' en zijn opschortende en ontbindende voorwaarden gekoppeld aan de betaling niet ''onvoorwaardelijk''.

Behoud van periodieke beroepsinkomsten

De bedrijfsleider moet voorheen al "beroepsinkomsten'' uit de vennootschap verkregen hebben. Het hof van beroep te Antwerpen stelde een prejudiciële vraag aan het Grondwettelijk Hof (20 november 2019) betreffende het begrip ''beroepsinkomsten". Het hof wou weten of het begrip "beroepsinkomsten'' beperkt moet worden geïnterpreteerd tot enkel bedrijfsleidersbezoldigingen of ook andere beroepsinkomsten zoals loon en winsten in aanmerking kunnen worden genomen. Het Grondwet­telijk Hof duikt in de voor­berei­dende werken en stelt vast dat de bedoel­ing van de wet­gev­er wel degelijk was om de aftrek maar toe te staan met het oog op het behoud van de bezoldigin­gen die zij peri­odiek ont­van­gen wegens de in de ven­nootschap uit­geoe­fende activiteit­en. Zo zal een bedrijfsleider die een onbezoldigd mandaat uitoefent maar daarnaast ook nog prestaties factureert vanuit zijn/haar éénmanszaak aan de vennootschap, de verliezen fiscaal niet kunnen inbrengen als beroepskosten.

Periodiek

De beroepsinkomsten die de bedrijfsleider in het verleden heeft genoten, dienen een regelmatig karakter te hebben. Zo zal een éénmalige uitkering van een tantième niet voldoen aan deze voorwaarde.

Wanverhouding

De bedoeling van de tenlasteneming door de bedrijfsleider moet erop gericht zijn in de toekomst periodieke beroepsinkomsten te kunnen blijven genieten. Volgens de fiscus dient het ten laste genomen bedrag in verhouding te staat tot het bedrag van de genoten beroepsinkomsten. Het hof van Cassatie fluit de fiscus op dit punt terug en oordeelt dat een wanverhouding tussen het bedrag van het verlies dat ten laste wordt genomen en de periodieke beroepsinkomsten, geen reden is om de aftrek te weigeren . Het kan wel een belangrijk element vormen in de beoordeling of de tenlasteneming geschiedt met het oog op het behoud van de beroepsinkomsten. De belastingplichtige dient het bewijs te leveren dat voldaan is aan de intentionaliteitsvoorwaarde of m.a.w. dient de belastingplichtige het bewijs te leveren dat de tenlasteneming van het verlies van de vennootschap gedaan is met de intentie om belastbare beroepsinkomsten te behouden of te verkrijgen.

DISCLAIMER Dit artikel werd gepubliceerd/voor het laatst gewijzigd op 10/01/2025 en werd opgesteld conform de op dat moment geldende wetgeving, rechtspraak, rechtsleer en interpretaties.Sinds voormelde datum kunnen er zich wijzigingen voordoen waardoor dit artikel verouderde informatie kan bevatten.

DISCLAIMER: Dit artikel werd gepubliceerd/voor het laatst gewijzigd op 10-01-2025 en werd opgesteld conform de op dat moment geldende wetgeving, rechtspraak, rechtsleer en interpretaties. Sinds voormelde datum kunnen er zich wijzigingen voordoen waardoor dit artikel verouderde informatie kan bevatten.

Deel dit artikel

Vond je dit artikel nuttig? Deel het met anderen die er baat bij kunnen hebben.

Heb je een vraag?

Blijf je met vragen zitten na het lezen van dit artikel? Geen probleem! Ons team van experts staat klaar om je te helpen met persoonlijk advies.

Stel je vraag

Klaar om er in te vliegen?

Certifisc voor bedrijven en ondernemers

Van startup tot vennootschapsgroep: wij houden je cijfers scherp, jij je focus.