
Liquidatiereserves en VVPRbis
In de blogs van de afgelopen weken werd de nadruk gelegd op een aantal manieren om op een fiscaalvriendelijke wijze geld uit jouw vennootschap te halen. Ook de VVPRbis-regeling en het stelsel van de liquidatiereserves kwam hierbij ter sprake. De regering heeft afgelopen vrijdag bevestigd dat men het in de toekomst duurder wil maken om geld uit een kleine vennootschap te halen. Hierdoor zal de belastingdruk in beide systemen stijgen van 15 naar 18 procent.
Het doel van de regering is om deze stijging inwerking te laten treden op 1 januari 2026. Indien de wet echter niet voor deze deadline wordt goedgekeurd in het parlement, zullen de nieuwe regels pas van kracht worden in de loop van volgend jaar.
Zolang de wet nog niet van toepassing is, is het nog mogelijk om dividenduitkeringen te doen aan het tarief van 15 procent in het VVPRbis-regime. Zodra de wet in werking treedt, zullen ook alle historische winsten voortaan aan het tarief van 18 procent worden belast. De roerende voorheffing dient nog steeds aangegeven en betaald te worden binnen de 15 dagen na de toekenning of betaalbaarstelling van de dividenden.
Er is voor alle duidelijkheid op dit moment nog geen in werking getreden wet over deze aangekondigde stijgingen. Jouw dossierbeheerder zal dit echter nauw voor jou blijven opvolgen, alsook zullen wij je op de hoogte brengen zodra er meer nieuws is over dit onderwerp.
Voor de liquidatiereserves wordt naar alle waarschijnlijkheid 31 december 2025 de scharnierdatum tussen de oude en de nieuwe regeling. Dit houdt concreet in dat voortaan een roerende voorheffing van 9,8 procent zal gelden voor alle liquidatiereserves aangelegd vanaf 31 december 2025, waardoor de totale belastingdruk ook hier zal stijgen naar 18 procent. Het is immers zo dat je bij de aanleg van liquidatiereserves steeds een anticipatieve heffing van 10 procent verschuldigd bent. Voor liquidatiereserves aangelegd voor 31 december 2025 blijft een uitkering tegen 5 procent (voor bestaande reserves die na vijf jaar worden uitgekeerd) of 6,5 procent (voor bestaande reserves die na 3 jaar worden uitgekeerd) mogelijk.
Btw-update
De regering heeft daarnaast alle aangekondigde btw-verhogingen (o.m hotels en concerttickets) uitgesteld tot 1 maart 2026. Dit uitstel kwam er ten gevolge van de zware kritiek uit de getroffen sectoren, met de vraag om meer voorbereidingstijd om zich zo beter te kunnen aanpassen aan de toekomstige stijging van de btw-tarieven.
Daar wordt nu gehoor aan gegeven, alsook wordt naar aanleiding van het gelobby van een aantal grote bedrijven nu ook officieel bevestigd dat er geen uitzonderingen komen. Enkel de niet-commerciële culturele activiteiten zullen genieten van een vrijstelling onder de nieuwe btw-regeling.
Centenindex
Tijdens de begrotingsonderhandelingen besloot de regering met het oog op belastingbesparingen om een zogenaamde ‘centenindex’ te introduceren. Hierdoor zouden mensen met een brutoloon van minstens 4.000 euro of mensen met een pensioen of uitkering hoger dan 2.000 bruto hun inkomsten minder snel zien stijgen bij het stijgen van de indexatieprijzen. De regering had hierbij voor ogen om deze centenindex tweemaal toe te passen, nl. in 2026 en 2028.
Op dit moment ontbreken nog echter alle details over deze regeling. Er is nog geen weet of deze centenindex effectief zal plaatsvinden in 2026 en 2028, noch is er voorlopig enige informatie bekend over de exacte invulling van het begrip brutoloon. Ook voor mensen die halftijds werken is er op dit moment nog geen duidelijkheid over hoe deze indexatie exact zal worden toegepast op hun persoonlijke situatie.
De technische uitwerking ligt voorlopig nog in handen van beroepsexperts, waardoor deze regeling zeker niet voor het einde van het jaar zal gestemd worden in het parlement. Dit wil zeggen dat alle mensen die hun loon geïndexeerd zien op 1 januari 2026 recht hebben op het volledige indexatiepercentage. De werkgevers zullen immers niet het verschil tussen het loon na indexatie met het reële aftrekpercentage ten opzichte van het afgetopte indexatiepercentage kunnen inhouden, vermits dit een schending zou inhouden van de Loonbeschermingswet.
DISCLAIMER: Dit artikel werd gepubliceerd/voor het laatst gewijzigd op 19-12-2025 en werd opgesteld conform de op dat moment geldende wetgeving, rechtspraak, rechtsleer en interpretaties. Sinds voormelde datum kunnen er zich wijzigingen voordoen waardoor dit artikel verouderde informatie kan bevatten.
Deel dit artikel
Vond je dit artikel nuttig? Deel het met anderen die er baat bij kunnen hebben.
Heb je een vraag?
Blijf je met vragen zitten na het lezen van dit artikel? Geen probleem! Ons team van experts staat klaar om je te helpen met persoonlijk advies.
Stel je vraag