Is het nu interessant om energiebesparend te investeren?

Is dit het moment om met uw onderneming energiebesparend te investeren? 

Sinds 1 januari 2025 is de vernieuwde regeling van de investeringsaftrek toepasselijk.  De vroegere regeling van de verhoogde investeringsaftrek is grondig gewijzigd, en fiscaal nog veel interessanter geworden. De nieuwe Verhoogde Thematische Investeringsaftrek geldt voor alle vanaf 1 januari 2025 verkregen of tot stand gebrachte activa. Vennootschappen waarvan het boekjaar afsluit op een andere datum dan 31 december 2024 kunnen er dus al ten dele van genieten voor het lopend boekjaar.

Voor wie is deze nieuwe investeringsaftrek?

De thematische investeringsaftrek geldt zowel voor éénmanszaken, vrijeberoepers, “kleine” en “grote” vennootschappen. 
Ter herinnering: 
Een kleine vennootschap is een vennootschap die beantwoordt aan de criteria opgenomen in artikel 1:24, §§ 1 tot 6, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. Dit houdt in dat er voor het laatst afgesloten boekjaar, niet meer dan één van volgende criteria wordt overschreden:
·    Jaargemiddeld personeelsbestand: 50 werknemers;
·    Jaaromzet exclusief btw: € 11.250.000;
·    Balanstotaal: € 6.000.000.

Wanneer meer dan één van de criteria overschreden worden of niet meer wordt overschreden, heeft dit slechts gevolgen wanneer dit zich in twee opeenvolgende boekjaren voordoet. De gevolgen gaan dan in vanaf het daaropvolgende boekjaar.

In deze bijdrage spitsen we onze aandacht toe op de thematische aftrek die betrekking heeft op energiebesparing en transitie. 

Percentages

Aard van de onderneming	Investeringen in 2024	Verhoogde thematische investeringsaftrek 2025
Zelfstandigen/vrijeberoepers	15,5%	40%
Kleine vennootschappen	15,5%	40%
Grote vennootschappen	15,5%	30%

De komende programmawet zal in uitvoering van het regeerakkoord het tarief eenvormig op 40% voor alle ondernemingen. 

Wat zijn de toegelaten investeringen onder deze aftrek?

In de groep van investeringen in efficiënt energieverbruik en hernieuwbare energie onderscheiden we diverse categorieën van investeringen.

Een eerste reeks investeringen betreft investeringen tot beperking van energieverliezen. Hiertoe behoren investeringen in onder meer dakisolatie, muurisolatie zowel langs buiten- als binnenkant, spouwmuurisolatie, vloer- en kelderplafondisolatie, vervangen van deuren, binnen- en buitendeuren, vervangen van ramen en aanbrengen van hoogrendementsbeglazing, lichtkoepels.

Let op: de wetgever legt wel een aantal technische normen op waaraan die investeringen moeten voldoen.

Tevens moeten de investeringen gericht worden op het beperken van energieverliezen in bestaande gebouwen, waarbij de bouw van het gebouw op het einde van het belastbaar tijdperk waarin de investeringen plaatsvinden, al meer dan 10 jaar voltooid is.

Een tweede categorie heeft betrekking op investeringen in energieverliezen door in gebruik zijnde apparaten en leidingen, die minstens vijf jaar in gebruik zijn. Hiertoe behoren onder meer het isoleren van apparaten, leidingen, afsluiters en kanalen die in gebruik zijn. Ook hier moeten de gebruikte isolatiematerialen aan bepaalde voorwaarden voldoen.

Een derde categorie betreft investeringen tot beperking van het ventilatieverlies in bestaande gebouwen (meer dan 10 jaar oud). Komen onder meer in aanmerking: installatie van tochtsluizen, tochtgordijnen of automatisch sluitende poorten tussen binnen- en buitenzijde van een verwarmd en/of gekoeld gebouw, of tussen een verwarmd en een gekoeld of niet-verwarmd gedeelte van het gebouw. Deze investeringen vereisen wel een voorafgaande energiestudie of -audit.

Ook investeringen met het oog op het terugwinnen van energie komen in aanmerking. Worden onder meer bedoeld: warmtepompen die geen andere energiebron dan elektriciteit gebruiken en het plaatsen van warmte- of koude -opvangapparatuur nodig om restenenergie terug te winnen.

Ook investeringen in energieproductie op basis van hernieuwbare energieën (bv. zonnepanelen, zonneboilers, het aanwenden van wind- en hydraulische energie, warmtepompen, batterijsystemen) komen in aanmerking voor de thematische investeringsaftrek.

Dit is eveneens het geval voor investeringen die bijdragen aan de overstap van fossiele brandstoffen naar elektrische aandrijving, alsmede investeringen in hernieuwbare energieën.

In antwoord op twee recente parlementaire vragen bevestigde de Minister van Financiën dat een investering in een zonnepaneelinstallatie (inclusief de bekabelingswerken) en in een opslagbatterij in principe in aanmerking komen voor de thematische investeringsaftrek, mits het vereiste attest wordt verkregen. 
 
Uitgesloten activa

Een aantal activa worden uitdrukkelijk uitgesloten, met name:
·    Activa met een aanschaffingswaarde van minder dan 1000 euro
·    Investeringen met een terugverdieneffect van minder dan 3 jaar

Wat zijn de formaliteiten bij de verhoogde thematische investeringsaftrek?

Om de verhoogde investeringsaftrek voor energiebesparende investeringen te verkrijgen moet u een attest aanvragen uiterlijk binnen drie maanden na de laatste dag van het belastbaar tijdperk waarin de activa zijn verkregen of tot stand gebracht. In Vlaanderen is dit bij het Vlaamse Energie- en Klimaatagentschap(VEKA). 
 
De attesten kan u enkel nog elektronisch aanvragen via de website van VEKA.
 
Indien de investering niet onder de thematische aftrek valt (bijvoorbeeld indien het attest wordt geweigerd), kan u gebruik maken van de gewone investeringsaftrek, die sinds 1 januari 2025 ook verhoogd werd van 8 naar 10 %. In dat geval zijn geen attesten en/of milieu- audit vereist. Enkel de factuur volstaat. 

 

© CERTIFISC – Auteur: Jorn Peyskens 

^{DISCLAIMER Dit artikel werd gepubliceerd/voor het laatst gewijzigd op 25/04/2025 en werd opgesteld conform de op dat moment geldende wetgeving, rechtspraak, rechtsleer en interpretaties. 
Sinds voormelde datum kunnen er zich wijzigingen voordoen waardoor dit artikel verouderde informatie kan bevatten.}