• Investeert voortdurend in kennis
  • Pro-activiteit
  • Een persoonlijke service
  • Pragmatisch & Dynamisch
  • Uw boekhouding online

Interesse?

Contacteer ons vrijblijvend via onze contact- pagina of telefonisch via 055/30.14.41 

De fiscus op bezoek - wat zijn mijn rechten en plichten?

Gepost op 19 april 2024 in Fiscaliteit

De krachtlijnen van de bevoegdheden en beperkingen bij een fiscale visitatie in zowel de bedrijfslokalen als de bewoonde lokalen liggen vast in artikel 319 WIB92 (inkomstenbelastingen) en 63 W.BTW (belasting op de toegevoegde waarde). Recente (cassatie)rechtspraak heeft daaraan een concrete invulling gegeven in een vaak moeilijke evenwichtsoefening tussen de rechten van de administratie en deze van de belastingplichtige. Als u als ondernemer te maken krijgt met een fiscale visitatie, is het belangrijk op de hoogte te zijn van uw rechten en verplichtingen. Wij sommen de belangrijkste voor u op.

Wie mag een fiscale visitatie uitvoeren?

Ambtenaren van de administratie belast met de vestiging van de inkomstenbelasting of de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde, voorzien van een aanstellingsbewijs en belast met het verrichten van een controle of onderzoek betreffende de toepassing van de inkomstenbelasting, mogen een fiscale visitatie uitoefenen.

Wanneer de fiscale visitatie plaatsvindt in bewoonde lokalen en particuliere woningen waar werkzaamheden verricht of vermoedelijk verricht worden is tevens een machtiging van de politierechter vereist. De machtiging van de politierechter heeft niet tot gevolg dat de toestemming van de belastingplichtige niet langer vereist zou zijn. De toestemming staat immers centraal bij een fiscale visitatie (cfr. punt 5). De machtiging is een extra voorwaarde bovenop de toestemming. De toestemming daarentegen is een algemene voorwaarde voor de fiscale visitatie en geldt dus ongeacht of de visitatie doorgaat in beroeps – of in bewoonde lokalen. De machtiging door de politierechter is nooit vereist voor de visitatie van de onbetwiste bedrijfslokalen.

Wat mag onderzocht worden tijdens een fiscale visitatie?

De fiscale visitatie dient gericht te zijn teneinde de ambtenaren de mogelijkheid te bieden:

  1. De aard en de belangrijkheid van de uitgeoefende beroepswerkzaamheden vast te stellen.
  2. Het bestaan, de aard en de hoeveelheid na te zien van de aanwezige voorraden en voorwerpen.
  3. Alle boeken en bescheiden te onderzoeken.
  4. De betrouwbaarheid van geïnformatiseerde inlichtingen, gegevens en bewerkingen nagaan.

Waar mag een fiscale visitatie geschieden?

In de beroepslokalen van de belastingplichtige of in de lokalen waar de belastingplichtige zijn activiteiten uitoefent, zoals kantoren, werkplaatsen, werkhuizen, magazijnen, bergplaatsen en garages etc. Wanneer die activiteiten van de belastingplichtige worden of vermoedelijk worden uitgeoefend in particuliere woningen of bewoonde lokalen, dan moet ook toegang verleend worden tot deze ruimten (maar dan machtiging van de politierechter vereist, alsook begrensd binnen tijdsbestek).

Wanneer mag een fiscale visitatie uitgeoefend worden?

De fiscale visitatie in de beroepslokalen mag enkel geschieden tijdens de uren dat er een werkzaamheid wordt uitgeoefend. Dit is dus niet beperkt tot de reguliere werk – of openingsuren. Tot bewoonde lokalen en particuliere woningen is de fiscale visitatie onderworpen aan een bijkomende beperking: deze is slechts toegelaten tussen vijf uur ’s morgens en negen uur ’s avonds. Een voorafgaande verwittiging door de fiscale administratie is niet vereist.

Mag ik als belastingplichtige een fiscale visitatie weigeren?

In principe heeft u als belastingplichtige een medewerkingsplicht bij de onderzoeksbevoegdheden van de administratie. Dit betekent dat de fiscus dan ook niet afhankelijk is van de expliciete toestemming van de belastingplichtige om toegang te krijgen tot de (bewoonde) lokalen van de belastingplichtige. Wanneer de toegang niet expliciet wordt geweigerd/ontzegd, wordt de toestemming geacht toegekend te zijn. Een impliciete toestemming volstaat.

Anderzijds kan de fiscus zich de toegang niet eigenhandig verschaffen als de belastingplichtige zijn medewerkingsplicht niet verleent en de toestemming tot de (bewoonde) lokalen expliciet weigert. Ze kunnen niet met geweld toegang tot de lokalen forceren. Een weigering door de belastingplichtige dient dan ook aanvaard te worden door de fiscus, zelfs al is de fiscus van mening dat de weigering onrechtmatig is. Indien een belastingplichtige een visitatie onrechtmatig weigert kan een administratieve boete worden opgelegd of kan de rechter een dwangsom opleggen aan de weerbarstige belastingplichtige.

Een aanslag van ambtswege of het toepassen van een belastingverhoging is niet mogelijk wanneer de belastingplichtige onrechtmatig de fiscale visitatie weigert.

Wanneer u de fiscale visitatie bij aanvang of tijdens het onderzoek weigert (Het Hof van Cassatie verduidelijkt in haar arrest van 16 juni 2023 dat de toestemming blijvend aanwezig moet zijn. Indien de toestemming op enig moment tijdens de fiscale visitatie wordt ingetrokken, dienen de onderzoekshandelingen van de administratie te worden stopgezet.), doet u er goed aan de weigering te motiveren en te laten opnemen in het proces-verbaal of op een andere manier te laten registreren (bvb. door middel van een geluidsopname).

Geldt verleende toestemming ook voor vuilnisbakken?

Wanneer de toestemming werd verleend aan de fiscus om de lokalen te betreden, geldt dit ook als een impliciete toestemming voor het onderzoeken van alle aanwezige boeken en documenten, zelfs als deze zich in gesloten kasten of vuilnisbakken bevinden. Ook dan blijft principieel de medewerkingsplicht bestaan. Echter heeft de belastingplichtige het recht om ook tijdens de lopende fiscale visitatie, de voortzetting ervan te weigeren en bezwaar te maken tegen dergelijke onderzoeksdaden. Niettemin moet de weigering wel rechtmatig zijn teneinde niet geconfronteerd te worden met sancties (cfr. supra punt 5). De belastingsplichtige kan immers niet gedwongen worden mee te werken aan een onwettelijke en disproportionele uitoefening van het visitatierecht.

Conclusie

Het is dus steeds zoeken naar een broos evenwicht tussen de medewerkingsplicht en het afblokken van de onderzoeksbevoegdheid van de fiscus.

© CERTIFISC – Auteur: Jorn Peyskens

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief