• Investeert voortdurend in kennis
  • Pro-activiteit
  • Een persoonlijke service
  • Pragmatisch & Dynamisch
  • Uw boekhouding online

Interesse?

Contacteer ons vrijblijvend via onze contact- pagina of telefonisch via 055/30.14.41 

Fiscaal advies: verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting en het loon van de bedrijfsleider

Gepost op 27 oktober 2023 in Fiscaliteit

Het standaardtarief in de vennootschapsbelasting bedraagt 25 procent. Echter komen kleine ondernemingen in de zin van artikel 1:24 Wetboek van vennootschappen en verenigingen voor de eerste 100.000 EUR aan belastbare resultaat in aanmerking voor het verlaagd tarief van 20%. Dit realiseert dus een maximale belastingbesparing voor de vennootschap van 5.000 EUR. Een belangrijke voorwaarde is wel dat ze minstens aan één bedrijfsleider een brutobezoldiging uitbetaalt van 45.000 EUR.

Uitsluitingen

Enkele vennootschappen worden nadrukkelijk uitgesloten van het verlaagd tarief:

  • financiële vennootschappen: dit zijn vennootschappen die aandelen bezitten waarvan de beleggingswaarde 50 procent van hun gerevaloriseerd gestort kapitaal bedraagt of het gestort kapitaal verhoogd met de belaste reserves en de geboekte (belaste of vrijgestelde) meerwaarden;
  • vennootschappen waarvan de aandelen die het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen, voor meer dan de helft in handen zijn van andere vennootschappen (andere dan erkende coöperatieve vennootschappen). Deze regel is in het leven geroepen om te vermijden dat een grote vennootschap die niet in aanmerking komt voor het verlaagd tarief, zich kunstmatig zou opdelen in kleinere vennootschappen die wel vallen onder het verlaagd tarief;
  • erkende beleggingsvennootschappen, gereglementeerde vastgoedvennootschappen en pensioeninstellingen;
  • vennootschappen die niet aan minstens één bedrijfsleider een brutobezoldiging van 45.000 EUR toekennen (behalve in geval van erkende coöperatieve vennootschappen)

Minimumbezoldiging voor de bedrijfsleider

Een belangrijke regel is dat de vennootschap maar van het verlaagd tarief kan genieten als ze een minimumbezoldiging betaalt aan één van haar bedrijfsleiders (natuurlijk persoon). Die minimumbezoldiging is gelijk aan 45.000 euro. Is het belastbaar inkomen van de vennootschap lager dan 45.000 euro, dan geldt het bedrag van de winst.

Belangrijk is dat de vennootschap de bezoldiging uitkeert aan minstens één bedrijfsleider. Als de vennootschap twee bestuurders heeft en elk van hen een bezoldiging toekent van 22.500 EUR (samen 45.000 EUR), voldoet de vennootschap niet aan de voorwaarde.

Men kijkt naar het belastbaar inkomen, daar mogen dus de kosten - waaronder de kost van de bedrijfsleidersbezoldiging - van worden afgetrokken.

Voorbeeld

Als BV De Smedt een winst heeft (zonder aftrek van het loon van de bedrijfsleider) van 30.000 euro:

  • de BV keert bestuurder Patrick een loon uit van 10.000 euro: 10.000 < 20.000 euro (belastbaar inkomen na uitbetalen loon) = geen recht op het verlaagd tarief;
  • de BV keert bestuurder Patrick een loon uit van 15.000 euro: 15.000 = 15.000 (belastbaar inkomen na uitbetalen loon) = recht op het verlaagd tarief;
  • de BV keert bestuurder Patrick een loon uit van 20.000 euro: 20.000 > 10.000 (belastbaar inkomen na uitbetalen loon) = recht op het verlaagd tarief.

Heeft BV De Smedt een winst (zonder aftrek van het loon van de bedrijfsleider) van 100.000 euro:

  • de BV keert bestuurder Patrick een loon uit van 30.000 euro: 30.000 < 70.000 euro (belastbaar inkomen na uitbetalen loon) = geen recht op het verlaagd tarief;
  • de BV keert bestuurder Patrick een loon uit van 45.000 euro: een loon van 45.000 euro is sowieso voldoende = recht op het verlaagd tarief;
  • de BV keert bestuurder Patrick een loon uit van 50.000 euro: 50.000 > 45.000 euro = recht op het verlaagd tarief.

Wat valt er allemaal onder de bezoldiging van de bedrijfsleider?

Bij het berekenen van die 45.000 euro houdt men niet alleen rekening met de maandelijkse brutobezoldiging, maar ook met alle andere inkomsten die de bedrijfsleider verkrijgt uit vennootschap: voordelen van alle aard, geherkwalificeerde huurinkomsten, tantièmes, VAPZ betaald door de vennootschap, etc..

Voorbeeld

NV VDB heeft een belastbaar inkomen van 100.000 euro. Bestuurder Johan krijgt een brutobezoldiging van 31.000 euro. Daarnaast ontvangt hij ook:

  • het kosteloos gebruik van een bedrijfswagen: de waarde van het voordeel = 3.500 euro;
  • tantièmes: 5.500 euro.

Bovendien verhuurt hij zijn onroerend goed aan de vennootschap. Omdat hij een hoge huursom vraagt, wordt een deel van het huurinkomen geherkwalificeerd in een beroepsinkomen, en dit ter waarde van 5.000 euro.

De totale bezoldiging bedraagt 31.000 + 3.500 + 5.500 + 5.000 = 45.000. De vennootschap kan genieten van het verlaagd tarief op de belastbare winst van 100.000 EUR.

Nieuwe vennootschappen

De vereiste van de minimum bezoldiging voor bedrijfsleiders is niet van toepassing op vennootschappen die kwalificeren als een kleine vennootschap in de zin van artikel 1:24 §1-6 WVV tijdens de eerste vier belastbare tijdperken na oprichting.

Voorbeeld

CommV Pieters wordt opgericht op 12/10/2023. Het eerste boekjaar loopt tot 31/12/2023. Voor volgende boekjaren dient de vennootschap niet te voldoen aan de voorwaarde van de minimumbezoldiging om in aanmerking te komen voor het verlaagd tarief van 20% vennootschapsbelasting:

  1. Boekjaar 12/10/2023 – 31/12/2023
  2. Boekjaar 01/01/2024 – 31/12/2024
  3. Boekjaar 01/01/2025 – 31/12/2025
  4. Boekjaar 01/01/2026 – 31/12/2026

Echter, wanneer de activiteit van de vennootschap bestaat uit de voortzetting van een werkzaamheid die voorheen werd uitgeoefend door een natuurlijk persoon of een andere rechtspersoon, wordt de vennootschap geacht te zijn opgericht op het ogenblik van de eerste inschrijving in de KBO.

Volgens de fiscale administratie kunnen volgende criteria wijzen op voortzetting van de werkzaamheid van de vennootschap X in de nieuwe vennootschap Y:

  • Het feit dat de nieuwe vennootschap dezelfde activiteiten uitoefent als vennootschap X;
  • Het voorwerp van beide vennootschappen praktisch identiek is;
  • Haar activiteiten op dezelfde locatie uitoefent;
  • Dezelfde leveranciers/klanten heeft;
  • Het personeel overgenomen wordt;
  • Geleid wordt door dezelfde persoon;
  • Gehele of gedeeltelijke overname van activa.

 

© CERTIFISC – Auteur: Jorn Peyskens

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief