• Investeert voortdurend in kennis
  • Pro-activiteit
  • Een persoonlijke service
  • Pragmatisch & Dynamisch
  • Uw boekhouding online

Interesse?

Contacteer ons vrijblijvend via onze contact- pagina of telefonisch via 055/30.14.41 

Fietsvergoeding en voordeel alle aard fiets: steeds op fiche!

Gepost op 7 juni 2024 in Algemeen

Wanneer een werkgever/vennootschap aan de werknemer/bedrijfsleider gratis een fiets ter beschikking stelt voor woon-werkverkeer en/of een fietsvergoeding toekent per afgelegde kilometer tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling, kunnen deze vrijgesteld worden van belasting in hoofde van de werknemer/genieter. De vrijstelling wordt gecontroleerd door de fiscale administratie via een fiche opgemaakt door de werkgever/vennootschap en de aangifte personenbelasting van de genieter.

Fietsvergoeding

Werkgevers/vennootschappen kunnen (moeten) een vergoeding uitbetalen aan werknemers die hun woon-werkverkeer met de fiets afleggen. Vanaf 1 januari 2024 bedraagt het van personenbelasting vrijgestelde forfaitaire bedrag maximaal 0,35 euro/kilometer. Er is wel een maximaal plafond van 3.500 euro op jaarbasis.

Stel dat u het maximum aan vrijgestelde fietsvergoeding ontvangt, dan betekent dit dat u per kalenderjaar 10.000 kilometer (3.500/0,35) kan/mag fietsen alvorens dit plafond overschreden wordt. Uitgaand van 220 werkdagen, betekent dit een heen- en terugtraject van ongeveer een 45-tal kilometer.

Terbeschikkingstelling bedrijfsfiets

Indien een werkgever/vennootschap een fiets ter beschikking stelt aan een werknemer/bedrijfsleider die ook voor privédoeleinden mag worden gebruikt, ontstaat er in hoofde van de genieter een (belastbaar) voordeel alle aard. Dit voordeel alle aard wordt (indien niet vrijgesteld van belasting) belast als beroepsinkomen aan de progressieve tarieven van de personenbelasting.

Het belastbaar voordeel alle aard dient gewaardeerd te worden aan werkelijke waarde voor de verkrijger van het voordeel. Dit is de besparing die de werknemer/bedrijfsleider realiseert doordat de fiets gratis ter beschikking wordt gesteld door de werkgever/vennootschap.

De fiscale administratie verduidelijkt in haar circulaire 2024/C/22 dat voor de bepaling van de werkelijke waarde volgende elementen in rekening dienen te worden gebracht:

  1. Aard van het aanbod: wordt enkel een fiets ter beschikking gesteld of ook een resem diensten zoals verzekering, onderhoud en herstellingen, toebehoren etc.
  2. Grootte van het aanbod: permanente terbeschikkingstelling van de fiets of beperkte terbeschikkingstelling.
  3. Waarde van het aanbod: wordt een dure uitgeruste fiets ter beschikking gesteld of een goedkoper model (+ eventuele aangeboden diensten zoals verzekering of onderhoudskosten gedekt door de werkgever/vennootschap).


Voorbeeld 1

Een werkgever koopt een elektrische fiets en stelt deze permanent ter beschikking aan zijn werknemer (waarde: 3.000 euro), evenals de toebehoren (waarde: 500 euro). De werkgever neemt de herstellings- en onderhoudskosten (overeenkomst van 80 euro per jaar) ten laste. De werknemer beschikt het hele jaar door over de fiets bij hem thuis.

Er kan worden aanvaard dat het voordeel wordt vastgesteld op basis van de aankoopprijs van de fiets en de toebehoren gespreid over 5 jaar, zijnde de economische levensduur van de fiets, waaraan de kosten van de herstellings- en onderhoudsovereenkomst worden toegevoegd.

VAA = (3.000 euro + 500 euro = 3.500 euro) / 5 = 700 euro per jaar.

Onderhouds- en reparatiecontract (80 euro per jaar). Totaal = 780 euro.

Wanneer de fiets ter beschikking wordt gesteld vanaf 01.07.2024, zal het bedrag van het voordeel als volgt worden toegewezen:

Aanslagjaar 2025 (inkomsten 2024): 780 X 184/366 = 392,13 euro.

Aanslagjaar 2026 (inkomsten 2025) en nadien: 780 euro.

Bron: Circulaire 2024/C/22 van 28 maart 2024

Voorbeeld 2

Een werkgever koopt een elektrische fiets en stelt deze permanent ter beschikking aan zijn werknemer (waarde: 3.000 euro), evenals de toebehoren (waarde: 500 euro). De werkgever neemt de herstellings-, onderhouds- en verzekeringskosten ten laste zodat de werknemer geen enkele kost moet dragen. De werknemer beschikt het hele jaar door over de fiets bij hem thuis.

Er kan worden aanvaard dat het voordeel overeenstemt met de huur die de werkgever had moeten dragen indien hij een leaseovereenkomst had gesloten die een vergelijkbare dienst aanbood.

Bron: Circulaire 2024/C/22 van 28 maart 2024

Vrijgesteld van belasting bij toepassing wettelijk kostenforfait

De toegekende fietsvergoeding én het voordeel alle aard voortvloeiend uit de terbeschikkingstelling van een bedrijfsfiets, is slechts vrijgesteld van belasting indien de werknemer/bedrijfsleider zijn/haar werkelijke kosten niet bewijst, maar beroep doet op het kostenforfait. Of de belastingplichtige zijn werkelijke kosten bewijst of beroep doet op de wettelijke forfaitaire beroepskost, wordt pas duidelijk bij het indienen van zijn aangifte in de personenbelasting over het desbetreffende inkomstenjaar.

Steeds op fiche 281.10 of 281.20

De bedragen van de fietsvergoeding én van het voordeel van de bedrijfsfiets moeten vanaf inkomstenjaar 2024 (aanslagjaar 2025) steeds op de fiscale fiches 281.10 (werknemers) of 281.20 (bedrijfsleiders) worden vermeld.

Vrijstelling via aangifte personenbelasting

Bij het indienen van de aangifte personenbelasting zal de belastingplichtige een keuze dienen te maken tussen het bewijzen van de werkelijke kosten of het kostenforfait. Indien de werknemer/bedrijfsleider kiest voor de aftrek van de werkelijke beroepskosten, is hij automatisch uitgesloten van de vrijstelling. In dat geval maken de aan de belastingplichtige toegekende fietsvergoeding en/of het voordeel van de bedrijfsfiets een beroepsinkomen uit dat belastbaar is tegen het progressief tarief. Een werknemer/bedrijfsleider die in zijn aangifte personenbelasting kiest voor het stelsel van de forfaitaire beroepskosten kan aanspraak maken op de vrijstelling van de fietsvergoeding voor verplaatsingen tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling en/of de vrijstelling van het voordeel van de bedrijfsfiets (en eventuele toebehoren/extra diensten).

Geen inhouding bedrijfsvoorheffing

Omdat de controle van de vrijstelling (werkelijke kost of kostenforfait) slechts kan gebeuren op het niveau van de aangifte in de personenbelasting, worden de fietsvergoeding en het voordeel van de bedrijfsfiets niet in aanmerking genomen voor de grondslag waarop de bedrijfsvoorheffing wordt berekend. Er dient door de werkgever/vennootschap geen bedrijfsvoorheffing te worden ingehouden op de fietsvergoeding en/of voordeel alle aard van de bedrijfsfiets.

Inwerkingtreding

Van toepassing vanaf het belastbaar tijdperk dat aanvangt per 01/01/2024.

© CERTIFISC – Auteur: Jorn Peyskens

DISCLAIMER Dit artikel werd gepubliceerd/voor het laatst gewijzigd op 07/06/2024 en werd opgesteld conform de op dat moment geldende wetgeving, rechtspraak, rechtsleer en interpretaties.
Sinds voormelde datum kunnen er zich wijzigingen voordoen waardoor dit artikel verouderde informatie kan bevatten.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief