• Investeert voortdurend in kennis
  • Pro-activiteit
  • Een persoonlijke service
  • Pragmatisch & Dynamisch
  • Uw boekhouding online

Interesse?

Contacteer ons vrijblijvend via onze contact- pagina of telefonisch via 055/30.14.41 

Nieuwe voorwaarde voor aftrekbaarheid huurvergoedingen

Gepost op 8 februari 2024 in Fiscaliteit

Huurders die hun betaalde huur als beroepskosten in mindering willen brengen, worden vanaf aanslagjaar 2024 verplicht bijkomende informatie te verstrekken in hun aangifte.

Belasting op onroerende verhuur

Wanneer een eigenaar zijn tweede woning particulier verhuurt, wordt hij/zij momenteel niet belast op de werkelijke huurinkomsten, maar op het geïndexeerde kadastraal inkomen (KI) plus 40%. Indien de huurder deze woning voor zakelijke doeleinden wil gebruiken, wordt de verhuurder niet langer belast op basis van het KI, maar op de werkelijke ontvangen netto huur (met een minimum gelijk aan het geïndexeerde KI plus 40%).

Informatieverplichting

Momenteel beschikt de fiscale administratie niet over voldoende informatie om te verifiëren of de huurvergoedingen die de huurder als aftrek heeft opgegeven, door de verhuurder worden aangegeven als netto huurinkomsten.

Om dit probleem aan te pakken, is er vanaf aanslagjaar 2024 een bijkomende informatieverplichting ingevoerd. Hierdoor moeten zowel particulieren (die de huurvergoedingen voor het onroerend goed geheel of gedeeltelijk in aftrek brengen als werkelijke beroepskosten), als elke rechtspersoon die ertoe gehouden is een aangifte in de inkomstenbelasting in te dienen, een bijlage toevoegen aan hun aangifte. Deze bijlage moet de volgende informatie bevatten:

  • Naam, adres, rijksregisternummer of ondernemingsnummer van de verhuurder.
  • Adres van het onroerend goed of onroerende goederen.
  • Bedrag van de huurvergoedingen, per onroerend goed.
  • Het deel van de huurvergoedingen dat als beroepskost in aftrek is genomen.

Deze informatieverplichting middels de bijlage bij de aangifte geldt niet indien de huurvergoedingen gefactureerd werden door een in de Europese Economische Ruimte gevestigde verhuurder-belastingplichtige aan de huurder.

Dit zal eveneens gelden voor de vergoedingen voor een recht van opstal, een recht van erfpacht of een ander zakelijk gebruiksrecht op een onroerend goed, die in het betrokken belastbaar tijdperk zijn betaald of toegekend, en dit per onroerend goed.

Aftrek huurvergoedingen

De aftrek van de huurvergoedingen zal niet langer kunnen worden toegepast in twee gevallen:

  1. Indien voornoemde informatieverplichting niet wordt nageleefd door de huurder.
  2. Indien de huurvergoedingen betrekking hebben op een huurovereenkomst dewelke kosteloos werd geregistreerd omdat het onroerend goed uitsluitend bestemd is tot de huisvesting van een gezin of van een persoon, zullen de huurvergoedingen zonder meer niet langer aftrekbaar zijn. De wetgever voorziet wel in een uitzondering voor huurvergoedingen dewelke betrekking hebben op een onroerend goed dat door de belastingplichtige wordt gehuurd met als uitsluitend doel de huisvesting van één of meer werknemers of bedrijfsleiders en, desgevallend, hun gezin ingevolge een wettelijke of contractuele verplichting.

Niet enkel huurvergoedingen

Deze nieuwe regeling geldt ook indien er vergoedingen worden toegekend voor een recht van erfpacht, een recht van opstal, een recht van vruchtgebruik of een erfdienstbaarheid.

Inwerkingtreding

Aanslagjaar 2024.

 

© CERTIFISC – Auteur: Jorn Peyskens

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief